Toelatingsportfolio

Theorie en praktijk

Om aan te tonen dat ik bekwaam ben in de praktijk heb ik hieronder per indicator voorbeelden uit de praktijk geformuleerd.

1.11 Ik treed zelfverzekerd op in probleemsituaties.

  • Ja, zo is er bijvoorbeeld een leerling met gedragsproblemen die zomaar kan ontploffen en dit is dan een gevaar voor de rest van de leerlingen. Ik weet dan hoe ik moet optreden, maar dit weet ik alleen door het goed gecommuniceerd te hebben met mijn coach. Hierdoor zijn er gelijke afspraken en weet iedereen waar hij aan toe is. 

1.15 Ik ben op een praktisch niveau op de hoogte van communicatievaardigheden en ik kan daar in mijn werk als leerkracht gebruik van maken (brede ontwikkeling).

  • Ja, vorig schooljaar had ik een groep leerlingen waar ik maar in mijn handen hoefde de klappen en het was stil. In de huidige groep is dat niet het geval, er wordt hier dus gevraagd om andere vaardigheden dan eerst en die weet ik toe te passen. Bijvoorbeeld door strenger op te treden en duidelijke afspraken met de leerlingen te maken. 

 

2.6 Ik expliciteer mijn normen en waarden en help kinderen dit ook te doen (HBO-niveau).

  • Ja, ik benoem wat voor gedrag ik van leerlingen verwacht en bij de moeilijke gevallen vraag ik ze juist wat ze van mij verwachten, hoe kan ik hun helpen in bepaalde situaties. De leerlingen weten dit vaak heel goed duidelijk te maken en dat helpt mij weer in mijn onderwijs. 

2.7 Kinderen kunnen bij mij laten zien wat ze kunnen en daardoor bevorder ik hun zelfvertrouwen (brede ontwikkeling).

  • Ja, een mooi voorbeeld is natuurlijk mijn praktijkonderzoek maar ook bij andere leerlingen maak ik veel gebruik van complimenten, ik ben voor een positieve kijk op presteren. Leerlingen die goed presteren krijgen een compliment, leerlingen die met andere dingen bezig zijn negeer ik tot het ernstig wordt. Op een gegeven moment wordt dit opgevangen en gaan ze ook hun best doen voor een compliment

2.19 Ik kan mijn pedagogische aanpak ten aanzien van het individuele kind verantwoorden.

  • Ja, wederom omdat ik deze met collega's bespreek en hierdoor achter de schoolbrede aanpak kom. Maar ook zeker door te kijken wat de behoeftes van bepaalde leerlingen zijn, op basis daarvan komt dan mijn handeling. 

 

3.10 Ik laat zien dat ik de leerinhouden van de vakken waarvoor ik verantwoordelijk ben beheers (brede ontwikkeling).

  • Ik geef les in alle verschillende vakken en ben adequaat genoeg om deze goed voor te bereiden, de leerinhoud beheers ik daarmee ook lijkt mij. 

3.12 Ik zet ICT-toepassingen in.

  • Ja! Het liefst zoveel mogelijk, er zijn veel mogelijkheden tegenwoordig. Een mooi voorbeeld die ik dit schooljaar ben tegengekomen is Classdojo, een online scoringssysteem voor op het digibord. 

3.13 Ik gebruik kennis, inhoud en vaardigheden die horen bij het vak, volgens recente inzichten (brede ontwikkeling).

  • Ik werk aan de hand van de methodes van de school, dus volgens mij werk ik dan aan de kennis, inhoud en vaardigheden die horen bij elk specifiek vak. 

3.14 Ik maak optimaal gebruik van beschikbare vakgerichte leermaterialen (brede ontwikkeling).

  • Ja, maar ik ben hier en daar nog zoekende. Soms weet ik nog niet alle materialen te vinden of zijn ze simpelweg niet beschikbaar op de school, maar hiervoor vraag ik dan gewoon mijn collega's om erachter te komen waar iets ligt. 

3.19 Ik signaleer leerproblemen bij leerlingen en pas de leerstof en leeractiviteiten aan en geef individuele hulp (HBO-niveau+brede ontwikkeling).

  • Ja, onder andere door bijvoorbeeld met een groepsplan in kaart te brengen wat de verschillende scores zijn kom je achter niveauverschillen. Deze pak ik dan vervolgens tijdens de reguliere lessen weer aan door met leerlingen aan de instructietafel te werken aan de verlengde instructie. 

3.26 Ik instrueer leerlingen duidelijk en maak afspraken over de taken van leerlingen en de ondersteuning, die ze van de leerkracht kunnen verwachten (brede ontwikkeling).

  • Leerlingen weten wat ze moeten doen door middel van hun weektaak, daarnaast bespreken we 's morgens als eerste wat er allemaal te doen is die dag. Als ik merk dat leerlingen niet genoeg doorwerken ga ik eisen stellen door bijvoorbeeld te zeggen dat een bepaalde opdracht af moet voor de pauze. Daarnaast weten de leerlingen die verlengde instructie krijgen, dat ik met hen aan het werk ga aan de instructietafel. 

 

4.5 Ik werk met een duidelijke planning en zorg dat kinderen overzicht hebben over hun taken.

  • Eigenlijk geldt hetzelfde als bovenstaande; de kinderen werken met een weektaak en aan het begin van elke dag gaan we langs waar we aan gaan werken die dag. Daarnaast zijn we sinds deze week begonnen met dagritme kaarten.

4.9 Materialen zijn overzichtelijk opgeborgen en door kinderen zelf te pakken.

  • Ja, de leerlingen delen deze voor 8:30 uit zodat ze klaarliggen op het moment dat we gaan beginnen met de lessen. Uiteraard wordt dit wel eens vergeten dus krijgen ze eigenlijk standaard twee minuten om uit te delen voor ik aan mijn instructies begin en dit slaagt over het algemeen wel!

4.11 Taken en opdrachten zijn voor kinderen zonder mijn tussenkomst beschikbaar.

  • Ja, zie bovenstaande. 

 

5.12 Ik kan volgens afspraken werken en op tijd mijn bijdrage leveren.

  • Ja, dit is niet alleen terug te zien binnen de stage waarin ik mijn afspraken na kom maar ook aan de hand van mijn planning van de afgelopen periode. Mijn doel was om voor 1 december alles van Minor 1 af te hebben en dit is uiteindelijk gelukt. Met de samenwerkingsactiviteiten heb ik de leidende hand genomen om ervoor te zorgen dat we alles 'op tijd' af zouden hebben. 

5.21 Ik gebruik daadwerkelijk collegiale hulp om problemen in het dagelijkse werk op te lossen (HBO-niveau).

  • Ja, zoals eerder beschreven is het een pittige groep waarbij ik in het begin wat meer moeite had als later. Om erachter te komen hoe ik met bepaalde leerlingen om moest gaan heb ik raad gevraagd aan mijn coach en collega's.

5.26 Ik heb zicht op mijn eigen positie in het team.

  •  Ja, ik voel mij een collega binnen het team. Dat komt misschien ook omdat ik 4 jaar geleden heb stage gelopen op dezelfde school maar dan als onderwijsassistent, hierdoor kwam ik een bekende en vertrouwde omgeving binnen en weten de collega's ook waar ze aan toe zijn. 

 

6.3 Ik kan een brug slaan tussen de leef- en belevingswereld van ouders en de leef- en werksituatie op school.

  • Ik weet niet goed hoe ik deze moet toelichten. 

6.8 Ik maak constructief gebruik van personen en instellingen buiten de school (HBO-niveau).

  • Ja, ik zit met meerdere ouders in de kerstcommissie en regel/organiseer bepaalde onderdelen buiten de schooluren. Hiervoor communiceer ik met de ouders en de rest van de commissie

6.9 Ik stel mij op de hoogte van het onderwijs en de maatschappelijke omgeving (HBO-niveau).

  • Ja, door een actieve rol binnen het team van de school in te vullen en mee te denken over actuele onderwerpen. Zo wordt er bijvoorbeeld een nieuw schoolplein gerealiseerd en daar wordt geld voor ingezameld, mijn idee was om een kerstmarkt te houden en de opbrengst naar het plein te laten gaan!

 

7.1 Ik kan complexe probleemsituaties in mijn beroepspraktijk methodisch analyseren, systematisch aan oplossingen werken en de effectiviteit hiervan beoordelen (HBO-niveau).

  • Dit is uitgevoerd tijdens de colleges van SLO. 

7.2 Ik geef zelf mijn verbeterpunten in mijn werk aan.

  • Ja, over het algemeen doe ik dit na besprekingen met mijn coach over bijvoorbeeld de dag en ga ik vervolgens zelf aan het nadenken hoe ik dat de volgende keer anders of beter zou kunnen doen. Daarnaast komt dit uiteraard terug in mijn plan van aanpak. 

7.3 Ik ben zelfkritisch, reflecteer op mijn eigen gedrag, pas dit zonodig aan, breng nieuwe ideeën naar voren en heb daarbij een duidelijk beeld van eigen kwaliteiten en beperkingen (HBO-niveau).

  • Ja, dit doe ik onder andere door het maken van een sterkte/zwakte analyse. Maar ook binnen de stage ben ik aanwezig op teamvergaderingen waar ik een actieve inbreng probeer te hebben. Als de inbreng nuttig is wil ik hierbij ook een rol spelen en zal ik mijn kwaliteiten gebruiken. 

7.5 Ik documenteer mijn eigen leerproces en maak het voor anderen inzichtelijk o.a met behulp van het portfolio.

  • Het portfolio!

7.8 Ik heb een eigen visie op onderwijs en sta open voor andere visies en ideeën (HBO-niveau).

  • Deze komt terug in de verslag 'Leerproblemen bij Taal & Rekenen' en in het verslag van Het Oudere Kind. 

7.12 Ik houd me op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen in een politieke en maatschappelijke context en heb daar een duidelijke opvatting over bij het uitoefenen van mijn beroep (HBO-niveau).

  • Ja, onder meer door bij de tutoraat lessen aanwezig te zijn. Maar ook in het essay van Klas, school en samenleving houdt ik mij bezig met een actueel onderwerp wat betreft het onderwijs. 

 

Breed lesgeven

De afgelopen periode heb ik de maandagen de hele dag les gegeven en op dinsdag gewerkt aan mijn persoonlijke ontwikkeling in de vorm van bijvoorbeeld het onderzoek of de verslagen. Na 1 december ben ik ook de dinsdag de hele dag les gaan geven om meer ervaring op te doen met de groep en weer beter te worden in het lesgeven. 

Ik geef dan les in vakken als:

  • Rekenen
  • Taal
  • Spelling 
  • Blits (studievaardigheden) 
  • Engels 

Met mijn coach bespreek ik vaak na schooltijd de gang van zaken, waar ik vooral feedback op krijg dan is het 'aanpakken' van leerlingen, de brutaliteit van sommige leerlingen is dusdanig hoog dat ik soms even met m'n "bek vol tanden sta". Hier moet ik een duidelijk en consequent antwoord op hebben, de afgelopen periode ben ik er mee bezig om leerlingen bewust te maken van hun gedrag.

Als er iets voorvalt blijven ze in de pauze o.i.d. even zitten en gaan ze mij zelf vertellen wat de reden is waarom ze niet naar buiten mogen, vervolgens maken we samen afspraken wat ik als leerkracht voor 'straf' mag geven als het zich herhaalt. Deze afspraken en regels schrijf ik met hen zelf op en kopieer ik, één voor mij en de ander voor de leerling. Op deze manier kan ik ze effectief wijzen op wat de afspraken zijn omdat ze daar zelf bewust bij waren, mijn ervaring tot nu toe is dat dit bij bepaalde leerlingen werkt. 

 

Breed lesgeven zie ik in mijn huidige groep niet zozeer als het geven van veel verschillende vakken en lessen maar vooral als het lesgeven aan veel verschillende niveaus en bij al die niveaus allemaal voldoen aan de behoeftes. In groep 5 zitten 4 leerlingen (van de 8) die eigenlijk één op één begeleiding nodig hebben om door de stof heen te komen.

Die wil ik ze graag bieden maar er zijn ook nog 17 leerlingen van groep 6 die zo nu en dan instructie nodig hebben of verlengde instructie, het schakelen tussen deze niveaus en het gevoel hebben dat je eigenlijk handen te kort hebt vind ik een leerzame ervaring. Je gaat heel anders denken en je tijd indelen om zoveel mogelijk leerlingen te kunnen helpen, en door de niveauverschillen besef ik ook echt pas hoeveel zorg sommige leerlingen daadwerkelijk nodig hebben. Ook wel een beetje het uitgangspunt van Minor 1, dus dat is in mijn ogen bereikt. 

HBO-Niveau

Kennisbasis

Vorig schooljaar heb ik beide kennisbasis-toetsen gehaald, en dit schooljaar heb ik de verslagen die bij deze toetsen behaald.